Bij elk ophalen van melk op de boerderij wordt een monster genomen en naar het CdL gebracht.
Op basis van de resultaten van deze monsters betalen de kopers de geleverde melk aan de producent.
De soorten analyses alsmede de criteria voor de evaluatie van de goede en de slechte resultaten worden in diverse koninklijke en ministeriële besluiten bepaald door het Federaal Agentschap voor de veiligheid van de voedselketen (FAVV) en de Directie voor de kwaliteit van dier- en plantenproducten van het Waalse Gewest (WG).
Volgende officiële analyses worden uitgevoerd voor de betaling:
- Kwantificering van het totale aantal bacteriën
- Kwantificering van het aantal somatische cellen
- Vriespunt van de melk (cryoscopie)
- Opsporing van remmende stoffen (antibiotica)
- Zichtbare melkproperheid (filtering)
- Dosering van het vetgehalte en het totale stikstofgehalte
Deze analyses worden uitgevoerd met de BELAC-accreditatie (Nr. 262 – Test) in overeenstemming met de ISO-norm 17025 en met een door het FAVV en het WG erkend protocol.
ISO 17025 n°262-TEST